Met dit recept kun je een grote cake maken of twee kleinere dessertcakes – eentje om meteen op te eten en eentje voor in de vriezer. Gebruik voor de afwisseling ook eens ander seizoensfruit zoals abrikozen of perziken.
Voorbereiding: 20 minuten
Baktijd: 50-60 minuten
Voor: 10-12 personen
Verwarm de oven voor op 160 °C. Vet een braadslee of twee springvormen van 20 cm doorsnee in en leg bakpapier op de bodem. Halveer de pruimen of abrikozen of snijd de perziken in vieren en leg ze even opzij.
Klop de boter romig met de suiker. Klop de eieren er een voor een door en voeg de citroenschil en vanille toe. Roer daarna voorzichtig de karnemelk of yoghurt en het bakmeel erdoor tot alles net gemengd is. Roer niet te lang.
Schep het beslag in de braadslee of springvormen en strijk de bovenkant glad. Verdeel vervolgens het fruit erover, met de snijkant naar boven.
Bak de cake 50-60 minuten tot hij stevig en goudbruin is. Het fruit zal tijdens het bakken in de cake zakken. Als je de cake niet dezelfde dag opeet, kun je hem invriezen voor later gebruik. Bestrooi hem voor het serveren met poedersuiker.
Ingredients:
- 12 pruimen of abrikozen of 6 perziken
- 300 g boter
- 375 g suiker
- 3 eieren
- fijngeraspte schil van 1 citroen
- 1 theelepel vanille-extract
- 250 ml karnemelk of yoghurt
- 425 g zelfrijzend bakmeel
- Om te bestrooien: 2 eetlepels poedersuiker